Naar de mening van het bestuur van de VHMF is het volgende nodig voor een betere Belastingdienst:
- Vertrouwen binnen de Belastingdienst geeft vertrouwen in de Belastingdienst;
- Geef de Belastingdienst de kans de burger te ontzorgen, door eenvoudiger wetgeving, die aansluit bij de verantwoordelijkheid die de burger aankan;
- De overheid is net zo transparant als hij van de burger verwacht en is gericht op de lange termijn.
Deze punten lichten wij als volgt toe.
1. Vertrouwen binnen de Belastingdienst geeft vertrouwen in de Belastingdienst
Een goede Belastingdienst begint met vertrouwen. Vertrouwen in elkaar: van de politieke top, de volledige managementlijn tot en met de lokale uitvoerders, die de mogelijkheid hebben om hun eigen keuzes te maken en daartoe gefaciliteerd worden. Die keuzes worden bottom up, in plaats van top down bepaald. De keuzes worden dus dichter bij de burger gemaakt. Die keuzes dienen ondersteund maar niet gestuurd te worden door automatisering. Dit vergt kennis van heffing, inning en controle bij managers. De uitvoerders zijn aanspreekbaar op de keuzes die zij maken, maar uitvoering gaat niet over meetbaarheid. Uitvoering dient publieke waarden. De uitvoerders worden gefaciliteerd door een goede persoonlijke ondersteuning, door een nabije administratie en vooral een goed systeem voor zaakbehandeling, dat de verantwoordelijkheid voor AVG, digitale communicatie, opslag en archivering niet overlaat aan de werkvloer, maar de uitvoerders ontzorgt.
2. De Belastingdienst krijgt de kans de burger te ontzorgen, door eenvoudiger wetgeving, die aansluit bij de verantwoordelijkheid die de burger aankan
Een goede Belastingdienst heeft de steun en het vertrouwen van de politiek, die zorgt voor goede en uitvoerbare wetgeving en voor voldoende financiering van de Belastingdienst. Alleen dan kan een uitvoering worden gewaarborgd die dicht bij de burger staat, met oog voor de menselijke maat. Die wetgeving dient daarom zoveel mogelijk weg te blijven bij de burger. Het huidige systeem van Toeslagen, dat de verantwoordelijkheid voor een juiste besteding van geld enkel bij burgers legt, dient, zeker waar het kinderopvang betreft, te worden vervangen door een andere wijze van financiering. Ook is echter betere wetgeving op het gebied van de inkomstenbelasting nodig. Wetgeving die die voor de burger uitvoerbaar en voor Belastingdienst te handhaven is. Anderhalf miljoen ondernemers en hun dienstverleners verdienen ofwel meer dan enkele tienduizenden controles ofwel, met name voor de kleinere ondernemers, een eenvoudiger en dus en meer globaal en meer forfaitair systeem van belastingheffing. Zo’n ander systeem van belastingheffing biedt wellicht op het oog minder vrijheid, maar zorgt ervoor dat de Belastingdienst meer dan nu toezicht kan bieden. Zo’n systeem zou het bovendien mogelijk kunnen maken ook voor die groep ondernemers een vooringevulde aangifte aan te bieden, waar de Belastingdienst verantwoordelijkheid voor neemt.
De controle door de Belastingdienst kan niet alleen worden vereenvoudigd door een eenvoudiger belastingsysteem, maar ook door een eenvoudiger heffingssysteem. Een systeem van Voldoening op aangifte (VOA), vooral voor de punten waar burgers en ondernemers wel kennis hebben en de Belastingdienst niet, legt de verantwoordelijkheid alleen) bij de burger voor zover die burger in zijn aangifte afwijkt van de vooringevulde gegevens. Controle van aangiften hoeft dan niet meer risicogericht te worden opgepakt, maar kan op basis van een voldoende omvangrijke steekproef
3. De overheid is net zo transparant als hij van de burger verwacht en is gericht op de lange termijn
Als de overheid vertrouwd wil worden dient zij openheid na te streven. Niet enkel op aanvraag, maar “by design”. Beleidsstukken zouden niet per definitie geheim moeten zijn, maar per definitie openbaar. De Tweede Kamer heeft zo continu toegang tot alle gemaakte afwegingen zonder het idee dat iets achtergehouden wordt. Ook op beleidsniveau vergt dit een omslag - en een goede ondersteuning door automatisering.
Een goed uitvoerende Belastingdienst is ook gebaat bij een goed functionerende politiek. Het gesprek in de politiek dient te zijn “Hoe maken we Nederland beter” en niet “Hoe halen we deze bewindspersoon onderuit”. De huidige politiek is onder invloed van de media gericht op controverse in plaats van samenwerking.
Kortom: een goede Belastingdienst begint met vertrouwen. Binnen de Dienst, van de burger in de Belastingdienst, maar vooral ook vice versa, en tussen politiek en Belastingdienst. Om dit vertrouwen te bestendigen dient kinderopvang anders dan via Toeslagen te worden gefinancierd en is een eenvoudiger en beter belastingsysteem nodig, gecombineerd met een heffingssysteem dat aansluit bij de verantwoordelijkheid die burgers aankunnen. Tevens is nodig dat de overheid zijn afwegingen in alle openbaarheid vastlegt.
Het bestuur van de VHMF, mei 2021