Statuten Vereniging van Hogere ambtenaren bij het Ministerie van Financiën
Naam, duur en vestiging
Artikel 1
De vereniging draagt de naam:
Vereniging van Hogere ambtenaren bij het Ministerie van Financiën.
Zij is gevestigd te Amsterdam.
Artikel 2
1. De vereniging is aangegaan voor onbepaalde tijd.
2. De vereniging is ontstaan uit de fusie tussen de Koninklijke Broederschap van Ontvangers van ’s Rijks Belastingen, opgericht in achttienhonderd drieënzeventig en de Vereniging van inspecteurs van ’s Rijks belastingen, opgericht op één oktober negentienhonderd zevenenvijftig. Laatstgenoemde vereniging is voortgekomen uit de Vereniging van Ambtenaren der Registratie en Domeinen, opgericht op zestien december achttienhonderd zevenenzeventig en de Vereniging van inspecteurs van ’s Rijks belastingen, opgericht op zevenentwintig april achttienhonderd vijfentachtig. Op één mei negentienhonderd eenennegentig fuseerde de Vereniging van inspecteurs van ’s Rijks belastingen met de Vereniging van Adjunct-inspecteurs van ’s Rijks belastingen, opgericht op drieëntwintig april negentienhonderd vijfenvijftig.
3. Op één januari negentienhonderd vierennegentig hebben de leden van de Vereniging van Overheidsaccountants werkzaam bij het Ministerie van Financiën, zich bij de vereniging aangesloten. De Vereniging van Overheidsaccountants is ontstaan in negentienhonderd tachtig uit een fusie van de Vereniging van Rijksaccountants, opgericht op zestien november negentienhonderd achttien en de Vereniging van Accountants en Adjunct-accountants der Directe Belastingen, eveneens opgericht in negentienhonderd achttien.
Doel
Artikel 3
1. De vereniging heeft tot doel zowel de gemeenschappelijke als persoonlijke ambtelijke en rechtspositionele belangen van de leden te behartigen; alsmede de belangen van het ambt dat de leden vertegenwoordigen; het leggen, onderhouden en bevorderen van een goede collegiale verstandhouding tussen de leden alsmede het leveren van een bijdrage aan de wetenschappelijke disciplines van de leden, dit alles in de ruimste zin.
2. De belangenbehartiging heeft betrekking op de (individuele) rechtspositie en de (collectieve) arbeidsvoorwaarden, alsmede op de ondersteuning van de leden bij hun professionele ontwikkeling.
3. De voorwaarden voor de individuele belangenbehartiging worden opgenomen in een reglement Rechtsbijstand en Advies.
4. De collectieve belangen worden onder andere behartigd door periodiek overleg met de verantwoordelijke bewindspersoon en dienstleiding.
5. De collectieve belangen kunnen mede worden behartigd door:
a. het afsluiten, dan wel laten afsluiten, van collectieve overeenkomsten ter vaststelling van de arbeidsvoorwaarden voor leden van de vereniging
b. deelname aan het departementaal georganiseerd overleg met het bevoegd gezag
6. De collectieve belangen worden bij voorkeur behartigd door een professionele organisatie, zoals een koepel van beroepsverenigingen dan wel een vakcentrale.
Lidmaatschap
Artikel 4
1. De vereniging kent leden, te onderscheiden in; gewone leden, postactieve leden, buitengewone leden, ereleden. Daarnaast kent de vereniging donateurs.
2. Gewone leden kunnen zijn zij die werkzaam zijn bij het Ministerie van Financiën en:
a. werkzaam zijn in een functie op academisch niveau of daartoe een opleiding volgen, dan wel een functie op academisch niveau ambiëren.
b. naar het oordeel van het bestuur voor het lidmaatschap in aanmerking komen.
3. Postactieve leden kunnen zijn:
leden die gepensioneerd zijn of vervroegd uitgetreden zijn.
4. Buitengewone leden kunnen zijn:
zij die naar het oordeel van het bestuur voor het buitengewoon lidmaatschap in aanmerking komen. De criteria voor het in aanmerking komen voor het buitengewoon lidmaatschap worden bij huishoudelijk reglement vastgesteld.
5. Ereleden zijn:
a. zij die zich jegens de vereniging op uitzonderlijke wijze verdienstelijk hebben gemaakt en als zodanig door de algemene vergadering op voordracht van het bestuur zijn benoemd;
b. zij die bij de oprichting van de vereniging reeds erelid waren van de Vereniging van inspecteurs van 's Rijks belastingen, of de Koninklijke Broederschap van Ontvangers van 's Rijks Belastingen, almede degenen die erelid waren van de Vereniging van Overheidsaccountants.
6. Donateurs zijn zij die sympathiseren met de doelstellingen van de vereniging maar niet in aanmerking komen voor het lidmaatschap.
7. Postactieve leden, buitengewone leden, ereleden en donateurs hebben geen andere rechten en verplichtingen dan die welke hun bij of krachtens deze statuten zijn toegekend of opgelegd.
8. Het gewone lidmaatschap, het postactieve lidmaatschap, het buitengewone lidmaatschap en het donateurschap worden verkregen door aanmelding bij en toelating door het bestuur. Indien het bestuur tot niet-toelating besluit, dan is dit besluit voor beroep vatbaar bij de algemene vergadering.
Beëindiging lidmaatschap
Artikel 5
1. Het lidmaatschap eindigt:
a. Door overlijden van het lid.
b. Door opzegging door het lid.
c. Door opzegging namens de vereniging. Deze kan geschieden wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap bij de statuten gesteld te voldoen, wanneer hij zijn verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt, alsook wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
d. Door ontzetting. Deze kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
2. Opzegging namens de vereniging geschiedt schriftelijk (dan wel digitaal) door het bestuur.
Opzegging van de zijde van de vereniging geschiedt met inachtneming van een opzeggingstermijn van vier weken. Het lidmaatschap kan echter onmiddellijk worden beëindigd indien van de vereniging redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
3. Opzegging door het lid kan slechts schriftelijk (dan wel digitaal) geschieden bij de secretaris uiterlijk voor één november van elk jaar.
4. Een opzegging in strijd met het bepaalde in het vorige lid, doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip, volgende op de datum waartegen was opgezegd.
5. Een lid kan zich door opzegging van zijn lidmaatschap niet onttrekken aan een besluit waarbij de financiële bijdrage aan de vereniging wordt verhoogd.
6. Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de vereniging omdat van de vereniging redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren en van een besluit tot ontzetting uit het lidmaatschap, staat de betrokkene binnen een maand na de ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open op de algemene ledenvergadering. Het lid wordt daartoe ten spoedigste schriftelijk van het besluit met opgave van redenen in kennis gesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.
7. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur.
8. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar eindigt of verandert, blijft desalniettemin de jaarlijkse bijdrage, zoals die voor dat lid gold per voorgaande één januari, voor het gehele jaar verschuldigd.
Jaarlijkse bijdrage
Artikel 6
De leden en donateurs zijn gehouden tot het betalen van een jaarlijkse bijdrage, die door de algemene vergadering per categorie, als omschreven in artikel 4, gedifferentieerd kan worden vastgesteld. Ereleden zijn niet gehouden tot een jaarlijkse bijdrage.
Bestuur
Artikel 7
1. Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging.
2. Het bestuur wordt door de algemene vergadering gekozen uit de gewone leden, de postactieve leden die voorheen gewoon lid waren, en de ereleden. Het bestuur bestaat uit ten minste vijf personen, waaronder een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. In het bestuur zitten maximaal twee leden uit de categorie postactieve leden of ereleden tezamen. De voorzitter, secretaris en penningmeester worden door de algemene vergadering aangewezen. Overige functies worden door de bestuursleden onderling verdeeld.
3. Indien het aantal bestuursleden beneden vijf is gedaald, blijft het bestuur bevoegd.
4. Elk bestuurslid, ook wanneer hij voor een bepaalde tijd is benoemd, kan te allen tijde door de algemene vergadering als zodanig worden geschorst of ontslagen. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.
5. Elk bestuurslid treedt uiterlijk drie jaar na zijn benoeming af volgens een door het bestuur op te maken rooster van aftreden. De aftredende is terstond herkiesbaar. Bestuursleden zijn tweemaal herkiesbaar. De voorzitter, secretaris en penningmeester zijn slechts eenmaal in die functie herkiesbaar. De algemene vergadering heeft het recht om de maximale zittingstermijnen te verlengen.
6. Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts door het eindigen van het lidmaatschap van de vereniging of door het bedanken door het bestuurslid.
7. Van het verhandelde in elke bestuursvergadering wordt door de secretaris een verslag opgemaakt, dat door het bestuur wordt vastgesteld.
8. Bestuursbesluiten worden genomen met volstrekte meerderheid van stemmen, met dien verstande dat ten minste drie bestuursleden zich vóór het voorstel moeten hebben uitgesproken.
9. Het bestuur is verplicht tot de eerstvolgende algemene vergadering binnen het bestuur in de waarneming van een opengevallen functie genoemd in lid 2 te voorzien.
10. Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren of zich te laten bijstaan door personen of commissies, die door het bestuur worden benoemd.
11. Het bestuur is, mits met goedkeuring van de algemene vergadering, bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen, het sluiten van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden beroep worden gedaan.
12. De vereniging wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door de voorzitter en secretaris gezamenlijk. Het bestuur kan besluiten om twee bestuursleden te mandateren.
Afdelingen
Artikel 8
1. De vereniging kent afdelingen.
2. Iedere afdeling wordt geleid door een afdelingsbestuur dat verantwoording verschuldigd is aan de afdelingsvergadering en het bestuur van de vereniging. De verkiezing en samenstelling van een afdelingsbestuur worden geregeld in de afdelingsvergaderingen.
Jaarverslag, rekening en verantwoording
Artikel 9
1. Het verenigingsjaar valt samen met het kalenderjaar.
2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging zodanige aantekeningen te houden, dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
3. Het bestuur brengt op de in artikel 10 lid 2 bedoelde algemene vergadering zijn jaarverslag uit en doet onder overlegging van een balans en een staat van baten en lasten, rekening en verantwoording over zijn in het afgelopen boekjaar gevoerd bestuur.
4. De algemene vergadering benoemt jaarlijks uit de leden een commissie van ten minste twee personen, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. De commissie onderzoekt de rekening en verantwoording van het bestuur en brengt aan de algemene ledenvergadering verslag van haar bevindingen uit.
5. De algemene vergadering besluit in de jaarvergadering omtrent het verlenen van decharge.
Algemene vergaderingen en ledenraapleging
Artikel 10
1. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of statuten aan het bestuur zijn opgedragen.
2. Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het verenigingsjaar wordt een algemene vergadering - de jaarvergadering - gehouden. In deze vergadering komen in ieder geval aan de orde:
a. het jaarverslag en de rekening en verantwoording bedoeld in artikel 9 lid 3 met verslag van de in artikel 9 lid 4 bedoelde commissie;
b. de begroting voor het lopende verenigingsjaar. Ten behoeve van de continuïteit wordt voor het volgende verenigingsjaar een voorlopige begroting vastgesteld;
c. de benoeming van de in artikel 9 lid 4 bedoelde commissie voor het volgend verenigingsjaar;
d. de voorziening in eventuele vacatures;
e. vaststelling van het bedrag van de jaarlijkse bijdrage;
f. voorstellen van het bestuur, de afdelingen of de leden, aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering.
3. Andere algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur dit wenselijk oordeelt.
4. Raadplegen leden.
a. Op verzoek van tenminste vijftig leden zal het bestuur een digitale ledenraadpleging houden over een door die leden te stellen onderwerp.
b. Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van twee afdelingen of vijftig leden dan wel één tiende van de leden indine het aantal leden minder dan vijfhonderd bedraagt, verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot een bijeenroeping overgaan, door oproeping overeenkomstig artikel 10 lid 14.
5. Toegang tot de algemene vergadering hebben leden van de vereniging.
6. Over toelating van andere dan de in artikel 10 lid 5 bedoelde personen beslist het bestuur.
7. Ieder lid van de vereniging dat niet geschorst is heeft stemrecht. Met uitzondering van de postactieve leden hebben alle leden twee stemmen, postactieve leden hebben één stem. Een lid kan schriftelijk gemachtigd worden namens één ander lid te stemmen.
8. De algemene vergaderingen worden geleid door de voorzitter van de vereniging. Bij zijn ontstentenis treedt een van de andere bestuursleden, door het bestuur aan te wijzen, als voorzitter op. Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering daarin zelf.
9. Van het verhandelde in de algemene vergadering wordt door de secretaris of een ander door de voorzitter daartoe aangewezen persoon een verslag gemaakt. Het verslag wordt in de eerstvolgende algemene vergadering vastgesteld.
10. Voor zover de statuten of de wet niet anders bepalen worden alle besluiten van de algemene vergadering genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
11. Alle stemmingen geschieden mondeling tenzij de voorzitter van de vergadering een schriftelijke stemming gewenst acht. Stemming waarbij gekozen moet worden tussen personen geschiedt slechts op verzoek van één van die personen of de voorzitter van de vergadering schriftelijk.
12. Verkrijgt bij de eerste stemming over personen niemand de volstrekte meerderheid, dan heeft herstemming plaats tussen de personen die het hoogste aantal en het op een na hoogste aantal stemmen op zich verenigden. Staken de stemmen bij deze herstemming, dan beslist het lot tussen de beide laatstbedoelde personen.
13. Staken de stemmen bij een zakelijk voorstel dan is het verworpen.
14. De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur. De oproeping geschiedt schriftelijk. De termijn van oproeping bedraagt ten minste veertien dagen.
15. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld, onverminderd het bepaalde in artikel 11.
Statutenwijziging
Artikel 11
1. De statuten van de vereniging kunnen slechts worden gewijzigd door een besluit van de algemene vergadering op een voorstel van het bestuur of van ten minste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van een tiende gedeelte van de stemmen. In het laatste geval moet het voorstel zo tijdig in handen van het bestuur zijn gesteld, dat dit bij de oproep tot de vergadering kan worden meegezonden.
2. Bij de oproep tot de algemene vergadering moet worden medegedeeld dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. Bovendien moet een afschrift van het voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, bij de oproep aan alle leden worden toegezonden en tegelijkertijd een zodanig afschrift ten minste vijf dagen vóór de vergadering op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage worden gelegd tot na afloop van de dag, waarop de vergadering wordt gehouden.
3. Tot statutenwijziging kan slechts worden besloten met een meerderheid van ten minste twee derde van de uitgebrachte stemmen.
4. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid bevoegd.
Ontbinding
Artikel 12
1. De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering, waarin ten minste drie vierde van het aantal leden vertegenwoordigd is, met een meerderheid van ten minste twee derde van de uitgebrachte stemmen. Is niet drie vierde van het aantal leden tegenwoordig, dan wordt binnen vier weken daarna een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden waarin over het voorstel ongeacht het aantal tegenwoordige of vertegenwoordigde leden kan worden besloten, mits met een meerderheid van twee derde van de uitgebrachte stemmen.
Het bepaalde in artikel 11 lid 1 en artikel 11 lid 2 is van overeenkomstige toepassing.
2. Bij het besluit tot ontbinding van de vereniging wordt tevens besloten omtrent de bestemming van het batig saldo na vereffening alsmede omtrent de bewaring van boeken en bescheiden. Ter uitvoering van een besluit tot ontbinding wordt door de in artikel 12 lid 1 genoemde algemene vergadering ten minste één vereffenaar aangewezen.
Begripsbepalingen
Artikel 13
Onder schriftelijk wordt in deze statuten verstaan elk via de gangbare communicatiekanalen overgebracht bericht, waarvan uit geschrift blijkt.
Huishoudelijk reglement
Artikel 14
De algemene vergadering kan een huishoudelijk reglement vaststellen. Het huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat, noch met de statuten.
Laatstelijk gewijzigd op 23 april 2019
Vereniging van Hogere ambtenaren bij het Ministerie van Financiën
Huishoudelijk reglement
1. Taken bestuursleden
1.1. De voorzitter leidt de bestuursvergaderingen. Bij zijn ontstentenis wordt hij vervangen door de vice-voorzitter. De voorzitter en de vice-voorzitter zijn de eerst aangewezen personen voor de externe contacten.
1.2. De secretaris maakt het verslag van de bestuursvergaderingen en voert de briefwisseling, voor zover door het bestuur niet opgedragen aan andere bestuursleden.
1.3. De secretaris draagt zorg voor de tijdige aankondiging van de te houden vergaderingen en voor publicatie van door het bestuur daarvoor aangewezen bescheiden of gegevens.
1.4. De penningmeester int de contributies en voert het beheer over het vermogen der vereniging met dien verstande, dat besluiten omtrent de belegging der geldmiddelen aan het bestuur zijn voorbehouden.
1.5. Het bestuur regelt de overige werkzaamheden onderling en wijst aan welk bestuurslid de voorzitter, de secretaris of penningmeester indien dit nodig is, vervangt.
1.6. Het bijhouden van de ledenadministratie behoort tot de verantwoordelijkheid van de secretaris.
2. Benoeming ereleden
2.1. De benoeming tot erelid door de algemene vergadering geschiedt op voordracht van het bestuur of één of meer afdelingen. Het verenigingsbestuur dient alvorens het voorstel tot benoeming wordt gedaan de vergadering met afdelingsvoorzitters te raadplegen.
2.2. Buitengewone leden zijn niet werkzaam bij het Ministerie van Financiën. Zij hebben naar het oordeel van het bestuur een bijzondere betrokkenheid bij de vereniging.
3. Jaarlijkse bijdrage
3.1. Voldoening van de jaarlijkse bijdrage dient in zijn geheel binnen één maand na ontvangst van het betalingsverzoek te geschieden. Indien niet op eerste vordering wordt betaald, is 5 euro aan administratiekosten verschuldigd voor elke herinnering of aanmaning die aan het nalatige lid is gezonden. De penningmeester is bevoegd de kosten en openstaande bedragen te verminderen.
3.2. In afwijking van het vorige lid heeft het de voorkeur dat betaling door gewone leden in maandelijkse termijnen geschiedt door middel van inhouding op het salaris. Zij worden verzocht dit zelf te regelen.
4. Vergoeding kosten
4.1. De leden van het bestuur ontvangen vergoeding voor de door hen binnen de grenzen van de redelijkheid in het belang van de vereniging gemaakte kosten.
4.2. Het bestuur kan in daartoe aanleiding gevende gevallen aan anderen soortgelijke vergoedingen toekennen.
5. Afdelingen
5.1. De vereniging kent afdelingen, ter ondersteuning van één of meerdere doelen van de vereniging, dit in de meeste brede zin.
5.2. De indeling van de afdelingen worden door het bestuur bepaald.
5.3. Elke afdeling kan haar eigen werkzaamheden regelen in een huishoudelijk reglement, dat is onderworpen aan de goedkeuring van het bestuur van de vereniging. Dit reglement bevat geen bepalingen die in strijd zijn met de statuten en het huishoudelijk reglement van de vereniging. In het reglement worden onder meer de verkiezingen en het periodiek aftreden van de bestuursleden geregeld.
5.4. De geldmiddelen van een afdeling bestaan uit een door de algemene vergadering vast te stellen budget. Het afdelingsbestuur legt van haar financiële beleid rekening en verantwoording af aan de afdelingsvergadering en het bestuur van de vereniging binnen zes maanden na afloop van het kalenderjaar.
5.5. De leden, buitengewone leden, postactieve leden, en ereleden hieronder begrepen, behoren tot een regionale afdeling waarin hun woonplaats is gelegen. Op eigen verzoek worden zij geplaatst in een andere afdeling. Het verzoek hiertoe dient schriftelijk (dan wel digitaal) bij de secretaris te worden gedaan.
5.6. De afdelingen treden niet naar buiten op dan met toestemming van het hoofdbestuur.
6. Afdelingsvergaderingen
6.1. Afdelingsvergaderingen vinden plaats in het najaar vóór 1 december en in het voorjaar vóór 1 juli.
6.2. De afdelingsvergaderingen worden bijgewoond door ten minste één van de bestuursleden.
6.3. De afdelingsbesturen zenden binnen veertien dagen na elke vergadering een verslag aan het bestuur van de vereniging.
7. Algemene vergadering
7.1. Het bestuur bepaalt plaats dag en uur van de algemene vergadering.
7.2. Wanneer in een algemene vergadering een schriftelijke stemming wordt gehouden, dan wordt er een stembureau gevormd, bestaande uit ten minste twee leden. Dit stembureau wordt benoemd door de vergadering op voordracht van de voorzitter van de vergadering. Bestuursleden mogen geen deel uitmaken van het stembureau.
8. Wijziging huishoudelijk reglement
Wijziging van dit reglement is mogelijk bij besluit van de algemene vergadering. Het wijzigingsvoorstel wordt gevoegd bij de opgaaf van de agendapunten genoemd in artikel 10 lid 2 van de statuten.
9. Slotbepaling
Bij onduidelijkheid, onvolledigheid of twijfel omtrent de bedoeling van dit reglement beslist het bestuur, behoudens beroep op de algemene vergadering.
Dit reglement treedt in werking op de dag volgende op de dag van de goedkeuring daarvan door de algemene ledenvergadering.
Dit reglement is vastgesteld op de algemene ledenvergadering van 28 februari 1994
Laatstelijk gewijzigd op 23 april 2019